Shell - Profiel, historie en perspectieven
datum 29-09-2025
Inleiding
Shell plc is één van de grootste geïntegreerde energiebedrijven ter wereld. Het bedrijf heeft zijn wortels in Nederland en het Verenigd Koninkrijk, maar is tegenwoordig statutair gevestigd in Londen. Shell opereert in meer dan 70 landen en heeft honderdduizenden medewerkers en toeleveranciers. Het is actief in de hele energiewaardeketen: van exploratie en productie van olie en gas tot raffinage, chemie, elektriciteit en nieuwe energie. Deze breedte maakt Shell tot een speler die zowel het oude fossiele systeem belichaamt als de complexe omslag naar een nieuwe energiewereld moet begeleiden.
Bedrijfsstructuur en identiteit
Shell noemt zichzelf tegenwoordig een “integrated energy company”. Daarmee legt het de nadruk op het feit dat het bedrijf niet enkel olie- en gasproducent is, maar ook actief is in LNG, chemie, biobrandstoffen, elektriciteit, waterstof en CO₂-opslag. De officiële naam sinds 2022 is Shell plc, nadat de dubbele structuur (Nederlandse NV en Britse plc) is opgeheven en het hoofdkantoor naar Londen werd verplaatst. De keuze om zich te positioneren als geïntegreerd energiebedrijf weerspiegelt de balans die Shell zoekt: winstgevend blijven in fossiel, maar tegelijk zichtbaar investeren in verduurzaming.
Omzet en winstontwikkeling
De financiële resultaten van Shell laten grote volatiliteit zien, sterk afhankelijk van olie- en gasprijzen.
- 2018–2019: de omzet lag rond 350–390 miljard dollar per jaar, met netto winsten van 15–23 miljard.
- 2020: tijdens de coronacrisis daalden prijzen en volumes dramatisch, met een verlies van ruim 21 miljard.
- 2021: herstel naar 20 miljard winst.
- 2022: recordjaar door extreem hoge prijzen, met een omzet boven 380 miljard en winst boven 42 miljard.
- 2023–2024: daling door lagere prijzen, omzet terug naar ~285 miljard en winst rond 16,5 miljard.
- 2025: in de eerste helft zijn winsten nog positief maar lager dan in de piekjaren; analisten verwachten een jaarwinst van 15–20 miljard dollar.
Deze cijfers illustreren de gevoeligheid van Shell voor marktomstandigheden. De winst kan in korte tijd verdubbelen of halveren.
Geografische spreiding
De omzet van Shell komt wereldwijd vandaan. Azië, Oceanië en Afrika zijn samen goed voor een derde. De Verenigde Staten leveren ongeveer 23%. Europa neemt ongeveer 20–25% voor zijn rekening, waarvan het Verenigd Koninkrijk zo’n 10–13% uitmaakt. Latijns-Amerika en overige Amerika’s zijn samen goed voor circa 8–10%. Dit laat zien dat Shell niet afhankelijk is van één land of regio, maar echt mondiaal opereert.
Segmenten en winstbijdragen
Shell is verdeeld in vier grote divisies:
- Integrated Gas: LNG en nieuwe energiesegmenten. Dit levert een kleiner deel van de omzet, maar veruit de meeste winst (marges >15%).
- Upstream: olie- en gaswinning. Nog steeds een stevige winstbijdrage, afhankelijk van prijzen.
- Chemicals & Products: raffinage, brandstoffen en chemie. Grootste omzetdrager, maar marges zeer dun (<1%).
- Renewables & Energy Solutions: elektriciteit, laadpalen, wind, zon, waterstof, CO₂-opslag. Omzet groeit, maar nu nog verlieslatend.
De vergelijking maakt duidelijk: brandstoffen aan de pomp genereren wel omzet, maar nauwelijks winst. De echte motoren zijn LNG en upstream.
Winstgevendheid LNG en gas
Gas, en vooral LNG, is de afgelopen jaren de absolute winstmaker geworden. De marges zijn hoog omdat Shell wereldwijd een unieke handelspositie heeft: het koopt in goedkope markten en verkoopt in dure markten. Sinds de oorlog in Oekraïne en de wegval van Russisch gas is de vraag in Europa geëxplodeerd, wat Shell in staat stelde forse arbitragewinsten te boeken. Daarnaast zijn de variabele kosten relatief laag wanneer fabrieken en infrastructuur eenmaal draaien.
Afhankelijkheid van olie- en gasprijzen
Shell’s resultaten bewegen in de pas met olie- en gasprijzen. In 2020 zorgden lage prijzen voor een groot verlies, in 2022 voor recordwinsten. Upstream en Integrated Gas zijn direct prijsgevoelig. Downstream reageert indirect, via raffinagemarges. Nieuwe energie is nauwelijks afhankelijk van olieprijzen, maar nog te klein om het totaal te beïnvloeden. De K/W-verhouding van Shell beweegt daardoor sterk mee met de cyclus.
Strategie en rol van Chemicals & Products
Ondanks de lage marges houdt Shell vast aan zijn raffinaderijen en chemie. Daar zijn redenen voor: het is een onmisbare schakel in de keten, biedt toegang tot markten en klanten, zorgt soms voor stabiliteit in slechte olie-jaren, en vormt een platform voor de energietransitie (biobrandstoffen, recycling). Het is dus strategisch, ondanks de beperkte winst.
Afnemers en klanten
Shell heeft geen enkele klant die meer dan 10% van de omzet uitmaakt. De grootste groepen zijn: consumenten bij tankstations, luchtvaartmaatschappijen (kerosine), scheepvaart en rederijen (scheepsbrandstoffen), industriële bedrijven (chemie), en nutsbedrijven (gas en LNG). De spreiding maakt Shell robuust.
Concurrenten
Shell behoort tot de “oil majors”, samen met ExxonMobil, Chevron, BP en TotalEnergies. ExxonMobil is vaak winstgevender, vooral dankzij focus op upstream en lagere kosten in de VS. TotalEnergies is qua strategie dichter bij Shell, met grote LNG-ambities en meer renewables. BP is kleiner en agressiever in transitie, maar financieel zwakker. Saudi Aramco is veruit de grootste en meest winstgevende, maar meer een pure upstreamspeler.
Shell onderscheidt zich door zijn leidende rol in LNG en zijn breedte in de energieketen.
Waarom lagere winst dan Amerikaanse majors?
Shell heeft structureel lagere marges dan Exxon of Chevron. Oorzaken zijn: de grotere downstream- en chemietak met lage marges, hogere kosten in Europa, hogere belastingdruk, en meer investeringen in transitieprojecten die nu verlieslatend zijn. Exxon en Chevron houden de focus op olie en behalen daardoor hogere rendementen bij hoge prijzen.
Verduurzaming en nieuwe initiatieven
Shell onderneemt uiteenlopende initiatieven:
- Biobrandstoffen (Rotterdam, Singapore, Brazilië).
- Laadinfrastructuur via Shell Recharge, Ubitricity en NewMotion.
- Waterstofprojecten in Rotterdam, Duitsland, Californië.
- Offshore windparken, zonne-energieprojecten.
- CO₂-opslag in Canada, Noorwegen en Nederland.
- Plastic recycling en circulaire chemie.
Doelstelling: netto nul emissies in 2050, halvering van scope 1 en 2 in 2030. Toch blijft fossiel dominant in de winst. Renewables draaien verlies en zullen waarschijnlijk pas rond 2030–2035 winstgevend worden, vooral via biobrandstoffen, waterstof en CCS.
Toekomst zonder olie?
Olie blijft nog decennia gebruikt, vooral in luchtvaart, scheepvaart en chemie. Maar het aandeel daalt. Volgens scenario’s piekt olie rond 2025–2030 en daalt daarna gestaag. In 2050 is olie nog hooguit 10–15% van de energiemix. Shell rekent daarom op LNG, biobrandstoffen, waterstof, elektriciteit en CO₂-opslag als toekomstige winstmotoren.
Invloed van activisten en regelgeving
Klimaatactivisten hebben invloed via rechtszaken (zoals de Milieudefensie-uitspraak in 2021), aandeelhoudersresoluties en publieke druk. Overheden scherpen klimaatwetgeving aan, gesteund door maatschappelijke druk. Dit beperkt Shell’s speelruimte en kan de strategie versneld richting verduurzaming dwingen, ook als dat minder winstgevend is. Tegelijk moeten bestuurders de balans houden met aandeelhouders die juist hogere rendementen uit fossiel willen.
Balans en financiële kracht
De balans van Shell is de laatste jaren sterk verbeterd. Na een hoge schuldgraad rond 2020 (gearing >30%) is de netto-schuld teruggebracht naar ca. 43 miljard en de gearing naar ~18%. Het eigen vermogen is stevig, ondanks forse buybacks. Operationele kasstromen liggen boven 40 miljard dollar per jaar. Shell is financieel zeer robuust en heeft ruimte om zowel dividend te betalen, aandelen in te kopen als te investeren in nieuwe energie.
Dividend en aandeleninkoop
Shell stond bekend om zijn stabiele dividend, maar moest in 2020 voor het eerst sinds WOII een forse verlaging doorvoeren (–65%). Sindsdien is het dividend weer stapsgewijs verhoogd. In 2025 ligt het op jaarbasis rond $1,60 per aandeel, goed voor een dividendrendement van 4–5% bij de huidige koers van €31,50.
Naast dividend zijn aandeleninkopen een belangrijke pijler:
- 2018–2019: groot programma van $25 mld.
- 2020: stilgelegd.
- 2021–2024: hervat, oplopend tot >$20 mld per jaar.
- 2025: lopende kwartaalprogramma’s van $3,5–4 mld, verwacht totaal $15–18 mld.
Samen keren dividend en buybacks structureel 30–40% van de vrije kasstroom uit aan aandeelhouders.
Bestuur en leiderschap
Tot 2022 stond Shell onder leiding van Ben van Beurden, die de BG Group-overname leidde en het transitiebeleid aanscherpte. In 2023 nam Wael Sawan het stokje over. Sawan legt meer nadruk op winstgevendheid en aandeelhouderswaarde, en is kritischer op investeringen in renewables zonder voldoende rendement. Het bestuur is internationaler geworden, met sterke vertegenwoordiging uit upstream en gas. Dat weerspiegelt de koers: Shell wil wel vergroenen, maar met strenge rendementscriteria.
Koersontwikkeling
De beurskoers van Shell in euro’s:
- 2018–2019: rond €27–32.
- 2020: corona-crash naar €15–20.
- 2021: herstel naar ~€25–30.
- 2022: piek €30–35 door hoge prijzen.
- 2023–2024: stabilisatie rond €28–32.
- 2025: huidige koers ~€31,50.
De koers/winstverhouding ligt bij deze koers tussen 11 en 15, afhankelijk van de uiteindelijke winst (15–20 mld dollar). Daarmee noteert Shell relatief laag vergeleken met veel duurzame nutsbedrijven, maar hoger dan in de recordwinsten van 2022.
Slotbeschouwing
Shell staat op een kruispunt. Het is nog altijd een fossiel gedreven reus die miljarden verdient met olie, gas en vooral LNG. Tegelijk investeert het in biobrandstoffen, waterstof, wind, zon en CO₂-opslag. De winst op nieuwe energie is nu negatief, maar moet in de komende decennia groeien. Activisten, overheden en aandeelhouders trekken elk aan hun eigen kant: sneller vergroenen, hogere rendementen of behoud van fossiel.
De balans is sterk, het dividendrendement aantrekkelijk, en de inkoopprogramma’s massaal. Maar de kernvraag blijft: hoe snel kan Shell transformeren van olie- en gasgigant naar breed energiebedrijf, zonder de financiële slagkracht te verliezen die juist uit fossiel komt?